MOULIN BLUES PRESENTATION (US)
SATURDAY, MARCH 15 - OSPEL

website organisation

reporter: Laurence
photo
: Anja

ARTIST INFO
THE RHYTHM CHIEFS (NL)
website




CUBAN HEELS (NL)
website


      

CONCERT REVIEW

Traditioneel vindt sinds 1986 op het eerste weekend van mei het grote Moulin Blues Festival plaats op een weide naast Ospel. Wat minder bekend maar daarom niet minder goed, is het avondje een paar weken voordien, in een uit de kluiten gewassen feestzaal naast de kerk van dit dorp. Hier gebeurt dan de plechtige ontrolling van de nieuwe poster en de aankondiging van de definitieve lineup, en krijgen we er voor het luttele bedrag van €5 nog optredens van 2 uitstekende bands erbovenop. Reden genoeg om een uurtje te rijden naar de Peelstreek en er op tijd te zijn om een toogtafeltje in pole position in te nemen en er één van de acht beschikbare barkrukken in de zaal naartoe te slepen (4de dag op rij naar optredens vermoeien de beentjes toch wat). Zuiporters van de Borderline kwamen me daar later vervoegen in een zaal die op korte tijd heel goed volgelopen was.

Rond half tien beklommen de leden van Nederlands’ jongste bluesformatie het podium (hoe lang kunnen ze die tittel nog blijven dragen want ze staan nu toch al 5jaar op de planken).
Mijn derde auditie van The Rhythm Chiefs, die hun repertorium continu aanpassen zodat ik telkens andere setlisten te horen kreeg. “High water” was het startschot, een stevige beat met uitgesproken bas begeleiding door Danny Van ‘tHof, die zijn elektrische bas toch heel hoog op het lichaam draagt, misschien nog een overblijfsel van de noodzaak om dat te doen omdat hij begon toen ie maar 8 jaar oud was. “Gone riding” was trager en had John Fogherty achtige gitaarklanken. “Tell me” kwam dan meer uit de countryhoek gewaaid. In “ships of wonder”, (tittelsong van hun eerste cd), dat toch een rustig meeslepend liedje is met sensuele stem en gitaarpassages begon ik me toch wel wat te ergeren aan al het rumoer in de zaal, en dat terwijl ik op slechts 3 meter van het podium zat. “Jump start” is een zeer snelle jazzachtige instrumental waarin gitarist (en tevens zanger) Dusty Ciggaar zijn begaafdheid kon tentoonstellen. “The buzz” klonk wat eentonig tot de gitaar echt op de voorgrond kwam, en dat zou in volgende nummers zoals “it wasn’t me”, break that bottle” en “what is your colour” ook dikwijls het geval zijn. “Sugar foot rag” was zo’n uiterst snelle country die mij aan een achtervolging met paard en kar tussen de cactussen deed denken. Het supersnelle vingerwerk van Dusty leidde tot openstaande monden bij een paar Belgische bluesspelers rond mij, terwijl ik benieuwd ben om Anja’s foto’s te zien, want die kon tijdens haar shoot de benen niet stilhouden, hopelijk had het toestel ingebouwde beeldstabilisatie. Dit nummer eindigde mooi met de bekende rif van The wind cries Mary. “Looky there” was matig en illustreerde al te meer de weinige creativiteit van drummer Rafael Swiddessen. Hij ondersteunt de groep perfect, maar meer ook niet, en liet niks solowerk horen. Dit kregen we wel bij de zeer gewaardeerde en kwaliteitsvolle solo van bassist Danny in het instrumentale “rejuvinated”, dat tevens een stevige intro had. “The crawl”, een rock and roll van Lonie Brooks was de enige cover van de avond, al de rest waren eigen nummers. Met “please don’t love me” kregen we dan zo’n blueske met een goed ritme erin, en waarin Dusty weer zo’n toffe, doch steeds zeer verschillende solo speelde op zijn Stratocaster. Na de rocker “here comes the rain”, als uitstekende afsluiter, “chiefs”, alweer een snel rhythme met het betere gitaarwerk van Dusty. Het geschreeuw voor bisnummers bleef onbeantwoord vermits de organisatoren in tijdsnood kwamen en de jongens ondertussen al 17 nummers zonder pauze hadden gespeeld.

Toen kregen we een stukje officieel gedeelte en werd bekend gemaakt dat voor Moulin Blues 2008 de onlangs overleden Jeff Healey zou vervangen worden door Tommy Castro, ook al geen onbekende. Tijdens de korte pauze werd het materiaal van de ene groep omgewisseld tegen het andere en zonder soundcheck werd direct het volgende optreden aangevangen, en was de klank en het licht alweer van goede kwaliteit.

De Nederlandse formatie Cuban Heels is hier blijkbaar kind aan huis en had een zaal vol trouwe fans. Die kwamen dan ook de plaatsen voor het podium opvullen om …onophoudelijk verder met elkaar te praten bovenop het volume van de 5m verwijderde klanktorens, gewoon onbegrijpelijk. Op de bühne waren ze ondertussen met “breakdown”, “no fighting” en “you know how” begonnen aan een swingende set garage blues, en dat ritme zouden ze non-stop tot groot genoegen van het publiek blijven volhouden tot halftwee in de morgen. Richard Koster op mondharmonica was in elk nummer prominent aanwezig en sleurt je gewoon mee van het ene nummer na het andere. Met “Running shoes” begon stilaan ook beweging te komen in de achterste gelederen van het publiek, maar de goede gitaarsolo van Rico Gerfen zal daar zeker ook wel bij toegedragen hebben. Zanger Jan Hidding schreeuwde ondertussen zijn longen uit het lijf en hij kan het hoor. “Let’s get high” was iets trager met veel harp op de voorgrond. Ons Katrien wou precies zelf ook souveniertjes van die avond vastleggen en begon aan haar eigen fotoshoot. Den Huibbe was nr4 van het aanwezige Rootsville team maar had het veel te druk met in de muziek op te gaan om enige bijdrage van betekenis te leveren. Dit genre ligt dan wel ook in lijn met wat Chilly Willy het liefst speelt. “Heavy blues” was er eentje waarin gas gegeven werd, zeker door drummer Chiel Ter Vaarwerk. Als zelfs onze Kirry in het publiek zit mee te drummen terwijl de gitarist zijn superieure kwaliteiten laat horen zegt dat wel iets. In “dig me a hole” gebruikte Rico een sterk en ongewoon (voor dit genre) vibrato effect. Met “backstreetcrawl” werd het publiek echt wild, mede door het puike upright basspel van Arnoud van de Berg. “Don’t leave me was alweer zo’n goede meestamper. “Who’ll be next” had een serieus bayou tintje ter afwisseling. In de slowrock “Gonna  move” kregen we alweer een stevige ritmesektie, sterke zang en harp, en een mooie gitaarsolo ertussendoor, dit is toch wel een goed recept om ambiance erin te houden. “Over the hill” van de strikes bleek niet echt hun ding en dat was te zien aan de terug vrijgekomen ruimte voor het podium. De improvisaties volgden de tekst te letterlijk, all day long en dus te lang en te weinig boeiend. Ze gebruikten  “Mambo Boogie” om de individuele bandleden voor te stellen maar dit nummer bevatte ook al weinig afwisseling, of had ik misschien het verzadigingspunt bereikt? Afsluiter moest “the hook” worden, nog eens een goed echt bluesnummer met stevig ritme en gitaarspel, maar het publiek eiste en kreeg een bisnummer, ook al van dezelfde allure, maar daar waren de meeste wel voor gekomen.

Bedankt Moulin Blues voor deze mooie optredensmet 2 geweldige bands van eigen bodem. Geen van beide staat geprogrammeerd op Moulin Blues maar de Rhytm Chiefs staan wel op 7juni op het eerste Goorblues festival ten Noorden van Antwerpen.

Laurence